Maar in dit geval is het allemaal waar. Er viel echt elke dag genoeg verse poeder om de sporen van de vorige dag volledig uit te wissen (behalve dan die ene rustdag die we -alsof we helderziend waren-, hadden vrijgehouden na een avond echt Japanse karaoke, maar dat is een ander verhaal voor een andere keer….). Soms sneeuwde het zelfs zoveel dat de sporen van de vorige run alweer weg waren tegen de tijd dat wij weer boven kwamen om dezelfde afdaling nog een keer te doen – en altijd was het vederlichte poeder die in dikke vlokken naar beneden dwarrelde. De beste omschrijving die we kunnen geven is eigenlijk te zien in de skifilm Signatures maar ik zal toch ook een poging doen om deze skitrip te beschrijven.
Wij, dat waren deze keer Frederike, Menno Casper en Tracy - een oude bekende uit Chamonix. Voor Tracy is Niseko bekend terrein; omdat hij in Tokyo woont en regelmatig naar Niseko gaat, kent hij alle mogelijkheden op z’n duimpje. Toen wij ’s avonds aankwamen, wachtte hij ons dan ook op en vertelde dat we moesten opschieten want we gingen dezelfde avond nog skiën. ’s Avonds skiën kan in de Alpen natuurlijk ook, maar dan ben je meestal bezig op de blauwste piste en is er weinig aan. Hier in Niseko hadden ze het wat anders aangepakt: zo’n beetje de hele berg was verlicht, waardoor niet alleen op- maar ook naast de piste kon worden geskied. Wat onwennig doken we meteen maar met een noodvaart de berkenbossen in. Hoewel het zicht verbazingwekkend goed was, werden niet alle takken op tijd ontweken en kwamen helm en goggles goed van pas. We maakten ook meteen kennis met een andere mooie eigenschap van Niseko: er zijn vrijwel nergens gevaarlijke ravijnen of rotspartijen en door de vele sneeuw steekt er behalve de bomen niets boven het sneeuwdek uit, dus je kunt onbezorgd tempo maken ook bij wat minder zicht.
De volgende dag begon de lol pas echt: heerlijke tree-runs met overal verse poeder. In Niseko is buiten de piste skiën redelijk standaard maar om echt in freeride terrein te komen moet je door poorten die alleen op gezette tijden open zijn (en ja, ze controleren echt en nemen echt je skipas af als je je er niet aan houdt…). Als je eenmaal door die poorten heen gaat, komt de echte poederfreak pas echt in je boven: overal om je heen knie- en soms heupdiepe poeder. Wijde sneeuwvelden worden afgewisseld met dicht besneeuwde bossen en als soundtrack klinkt het zachte geritsel van heerlijk lichte sneeuwkristallen onder de latten met hier en daar een vreugdekreet. Alles wordt opeens makkelijk, het is alsof je vliegt, niets kan meer misgaan, dit is waanzinnig…, dit is het poederwalhalla….
En dan wordt je opeens keihard met je neus op de poeder-feiten gedrukt. Letterlijk! Je valt, je ski gaat uit, en dan…, ja dan kun je dus niet meer opstaan…. Er is niets om tegenaan te steunen; elke greep, elke trap gaat dwars door de donzige sneeuw heen. Met zwembewegingen kom je in een positie waardoor je toch nog omhoog komt en dan kijk je om je heen en denkt: “damn, daar zijn dus die poederlinten voor die ik altijd in m’n tas heb maar nooit gebruik….”: je ski is in geen velden en wegen te bekennen. De aansluitende zoektocht hadden in de meeste gevallen een succesvolle uitkomst, maar 1 (huur)ski van Casper vond de sneeuw blijkbaar zo lekker dat hij besloot ondergedoken te blijven. 1,5 uur zoeken met een groeps-sondeer-actie en later nog 1,5 met een metaaldetector leverden niet op, behalve een fikse rekening en een nieuw paar huurskis.
Dit tafereel herhaalde zich elke dag (behalve dan het kwijtraken van ski). Verschillende varianten werden gekozen vanaf de top die je in een korte hike van 20 minuten bereikt, maar vaak kozen we telkens weer dezelfde run omdat hij toch weer volgesneeuwd was. Hoewel het bleef sneeuwen, was het zicht verassend goed en konden we volop blijven skiën en genieten. Een voordeel van de vele sneeuw was ook dat de meeste mensen zich minder ver off-piste begaven dan op de zonnige dagen toen er op sommige momenten sprake was van wat lichte poeder-stress. De rij voor de een-persoons-stoeltjes-lift naar de top-poort werd op die dagen toch wel vrij lang. Maar dat mocht de pret niet drukken omdat er altijd nog ergens ongeskiede sneeuw te vinden was. Naast de poeder waren ook hier de sushi en andere Japanse lekkernijen goed vertegenwoordigd gecombineerd met een enkele sake, een paar biertjes in de lokale Irish pub en iets teveel karaoke. Ook hier waren de mensen leuk en een beetje gek, was de natuur mooi en was elke dag gevuld met nieuwe verassende ervaringen. Wat een combinatie van mooie dingen! Niseko heeft onze stoutste poederverwachtingen overtroffen en we waren het er allemaal over eens dat we zeker nog een keer terug gaan.